Gemaal De Cruquius uit 1849 is een van de drie gemalen waarmee de Haarlemmermeer tussen 1849 en 1852 is drooggepompt. Bovendien is het de grootste stoommachine ter wereld. Het Cruquius gemaal is een prachtig neo Gotisch gebouw.
Het gemaal is daarna nooit gemoderniseerd en in 1933 buiten werking gesteld. Het behoort tot de Top 100 der Nederlandse rijksmonumenten.
Het is genoemd naar de Nederlandse waterbouwkundige Nicolaus Samuelis Cruquius, geboren als Nicolaas Kruik in 1678 te West-Vlieland.
De imposante combinatie van techniek en architectuur maken dat De Cruquius een industrieel monument van wereldformaat is.
Het gemaal heeft op zijn beurt de naam Cruquius gegeven aan het dorp in de nabijheid.
Aanvankelijk stonden er zes Cornwall stoomketels opgesteld, evenals de balansarmen gemaakt door Van Vlissingen en Dudok van Heel uit Amsterdam.
In 1860 werden er vier ketels bijgeplaatst. In 1888 werden alle ketels door zes Lancashire boilers vervangen.
Na de buitenbedrijfstelling in 1933 werden de ketels verwijderd en was het gemaal niet meer maalvaardig.
Het meest markant is de grote Cruquius machine, de stoommachine met de grootste cilinder ter wereld van bijna 3.5 meter doorsnede.
De stoomcyclus van de Cruquius-machine komt vrijwel overeen met die van een gewone Cornwall-machine.
De Cornwall-mijnpomp wordt gekenmerkt door een balans, die gelagerd is op een zware stenen muur.
Onder het ene eind van de balans staat de verticale stoomcilinder, aan het andere eind hangt de pompstang.
De Cornwall stoom-pompmachine stamt af van de Newcomen machine via de machines van Watt.
De Cruquius machine heeft een bijzonder en ingenieus kleppenbesturingssysteem, het kloswerk. Het is een complex geheel van stangen en hendels.